Het cliëntenonderzoek bestaat uit meerdere onderdelen: onderzoek doen naar cliënten, de aard van transacties onderzoeken en het bijkomende risico op witwassen en de financiering van terrorisme bepalen. Tijdens het identificeren van de klant is het ook belangrijk om te bepalen in welk land de cliënt een fiscaalinwoner is. Kan de cliënt een risico vormen, en wat zijn eigenlijk de intenties van de cliënt? Sinds 25 juli 2018 zijn verschillende onderdelen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) aangepast. Sinds de aanpassingen in de Wwft worden de cliëntonderzoeken steeds uitgebreider en ingewikkelder. Er moet steeds meer informatie verzameld worden en de onderzoeken moeten de diepte in.
Om tegenwoordig te voldoen aan de Wwft zijn er veel verschillende punten die u moet controleren. Om te beginnen is het belangrijk om de cliënt te identificeren, de uiteindelijke belanghebbende van de cliënt (UBO) te identificeren en de herkomst van het vermogen vast te stellen. De diepgang van het cliëntenonderzoek wordt afgestemd op het risico op witwassen of financiering van terrorisme die deze transactie of cliënt met zich meebrengt. Om het risico beter in te kunnen schatten kunt u controleren of uw cliënt voorkomt op een van de volgende lijsten of in een van de onderstaande registers:
Sanctielijsten
Bij sanctielijsten spreken we van zowel sanctielijsten van financiële instellingen als sanctielijsten van wetshandhavende instellingen. Het gaat hierbij niet alleen om huidige sancties, ook historische sancties tellen mee. Als u te maken heeft met een zogenaamd “gesanctioneerd persoon” is het verboden om zaken te doen met deze personen en moeten tegoeden bevroren worden.
PEP-lijst
Op de PEP-lijst staan Politiek Prominent Personen (in het Engels Politically Exposed Persons). Niet alleen personen die in hun huidige functie politiek actief zijn staan op deze lijst, maar ook personen die tot één jaar geleden politiek actief waren. Voorbeelden van PEP functies zijn: staatshoofden, legerofficieren, hoge directieleden van centrale banken etc. Volgens de Wwft bent u verplicht om een verscherpt cliëntenonderzoek in te stellen als u te maken heeft met een PEP. Ook familie en naast geassocieerde van een PEP vallen in een hogere risicogroep waar een verscherpt onderzoek naar moet worden gedaan.
Risicolanden
Er zijn verschillende lijsten van risicolanden beschikbaar. Zo is er de FATF-lijst en er is een lijst van de Europese Commissie (EC). Op de lijst van de FATF (Financial Action Task Force) staan landen die een risico vormen. De FATF beschikt over twee lijsten:
De public statement-lijst is vervolgens ook in twee opgedeeld:
Met tegenmaatregelen wordt bedoeld dat er actief disciplinaire acties worden ondernomen tegen een land, een voorbeeld is Noord-Korea
De Europese Commissie (EC) heeft in de vierde anti-witwasrichtlijn bepaald dat de Commissie ook zelf hoog risicolanden zou aanwijzen Het voornaamste verschil met de FATF landenlijst is FATF landen van de lijst afhaalt als zij bewezen hebben voldoende AML/CFT-systeem te hebben opgebouwd. De EC haalt geen landen van de lijst.
Als een bedrijf van een cliënt gevestigd is in een van de risicolanden of de cliënt een fiscaalinwoner is van een van deze landen is het nodig om een verdiepend cliëntenonderzoek in te stellen.
Insolventieregister
In het Centraal Insolventieregister staan gegevens van faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringen van natuurlijke personen en rechtspersonen.
Adverse media
Adverse media of negatief nieuws wordt gedefinieerd als elke vorm van ongunstige informatie die wordt aangetroffen in een grote verscheidenheid aan nieuwsbronnen – zowel ’traditionele’ nieuwsuitzendingen als die van ongestructureerde bronnen. De risico’s verbonden aan het zakendoen met personen of bedrijven met een negatief mediaprofiel zijn divers. Een van de redenen waarom u onderzoek zou moeten doen naar adverse media is omdat het zou kunnen onthullen dat een cliënt of bedrijf betrokken was bij witwassen, financiële fraude, drugs handel, georganiseerde misdaad en meer.
Gediskwalificeerd bestuurder
Als een bedrijf een gediskwalificeerde bestuurder in dienst heeft of een cliënt een gediskwalificeerd bestuurder is brengt dit risico’s met zich mee. De juridische term is een civielrechtelijk bestuur verbod. Met het civielrechtelijk bestuur verbod is er een wettelijke mogelijkheid om een bestuur verbod op te leggen aan bestuurders die faillissementsfraude plegen of zich schuldig maken aan wanbeheer in de aanloop naar een faillissement. Door het verbod kunnen bestuurders tijdelijk geen rechtspersonen meer besturen.
Toezicht van financiële toezichthouders
In Nederland zijn er twee toezichthouders:
De DNB houdt toezicht op de financiële opzet van de instelling en de deskundigheid en integriteit van de bestuurders van de instelling. De AFM houdt toezicht op de manier waarop financiële instellingen met hun klanten omgaan, bijvoorbeeld of zij hun consumenten geen misleidende informatie geven.
U kunt vervolgens op basis van deze uitkomst een risico-inschatting maken. Deze risico-inschatting legt de fundering voor het type cliëntenonderzoek wat u moet uitvoeren. Er zijn drie verschillende soorten cliëntenonderzoeken:
Als de risico-inschatting bijvoorbeeld laag is mag u een vereenvoudigd cliëntenonderzoek uitvoeren. Als de cliënt al eerder is gecontroleerd door een andere partij, is het niet van belang om de voorgaande stappen nog een keer te herhalen. Het is echter wel verstandig om deze stappen nog een keer te doorlopen en een nieuwe risico-inschatting te maken. U weet namelijk nooit wanneer dit onderzoek door de andere partij is uitgevoerd en of het op de juiste manier is uitgevoerd.
Vereenvoudigd cliëntenonderzoek
Er is sprake van een vereenvoudigd cliëntenonderzoek bij cliënten waar een laag risico bestaat op witwassen of financiering van terrorisme. Anders dan voorheen het geval was, zijn in de huidige Wwft geen specifieke typen cliënten aangewezen waarvan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek kan worden volstaan. U moet dus zelf onderzoek doen en bewijs leveren van een laag risico. Voor het bewijzen van een laag risico dient een instelling rekening te houden met de “niet-limitatieve lijst van factoren en soorten bewijs van potentieel lager risico” opgesteld door het Europees Parlement en Raad. In deze bijlage wordt bijvoorbeeld verwezen naar beursgenoteerde vennootschappen die aan bepaalde voorwaarden voldoen of naar overheden of overheidsbedrijven.
Sinds de vierde anti-witwasrichtlijn is er geen ruimte voor het aanwijzen van gevallen waarin altijd vereenvoudigd cliëntenonderzoek kan plaatsvinden. Indien er na een onderzoek sprake is van een bewezen laag risico, kan volstaan worden met het treffen van vereenvoudigde cliëntenonderzoek.
Standaard cliëntenonderzoek
Bij veruit de meeste gevallen verricht u een standaard cliëntenonderzoek. Bij een standaard cliëntenonderzoek wordt verwacht dat u de volgende punten vastlegt en controleert:
Indien zich een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme voordoet, verricht de instelling een verscherpt cliëntenonderzoek. U dient op basis van een risicobeoordeling voorafgaand aan het aangaan van een zakelijke relatie of het verrichten van een transactie, vast te stellen of zich een dergelijk hoger risico voordoet. Verhogende risicofactoren zijn onder andere:
Het type cliëntenonderzoek wat u moet uitvoeren, hangt dus volledig af van de risicoinventarisatie. Deze risicoinventarisatie is uitgebreid en tijdrovend. SCOPE FinTech Solutions heeft met de ontwikkeling van de CDD On Demand oplossing gekeken naar het ondersteunen en vereenvoudigen van zowel de risicoinventarisatie als het UBO onderzoek. In slechts enkele seconde krijgt u een gewaarmerkt rapport van uw cliënt. De CDD On Demand oplossing vraagt automatisch gegevens op van diverse bronnen over de door u ingevoerde persoon of bedrijf. De persoon of het bedrijf wordt op acht verschillende punten gecontroleerd, variërend van PEP- en sanctielijsten tot insolventie. Op basis van dit rapport kunt u de juiste risico-inschatting maken en verder gaan met een cliëntenonderzoek. Ook bij het cliëntenonderzoek ondersteunt de CDD On Demand oplossing u, door bijvoorbeeld het UBO onderzoek en de continue monitoring te automatiseren, zodat u zich kan richten op wat echt belangrijk is; uw cliënt.