Leestijd: 4 min.
Vaak krijgen wij de vraag hoe streng en hoe vaak er gecontroleerd wordt op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft). Gelet op jurisprudentie uit het recente verleden zien we dat kleinere kantoren van verschillende branches voor relatief kleine overtredingen behoorlijke reputatieschade oplopen. Vaak gaat het over overtredingen van art. 3, art. 8 en art. 16 van de Wwft. Oftewel; het (verscherpt) cliëntenonderzoek (art. 3 jo. Art. 8 Wwft) en de meldplicht (art. 16 Wwft).
Door de invoering van de Wwft hebben sommige beroepsgroepen en branches een poortwachtersfunctie gekregen van de overheid. Met poortwachtersfunctie wordt bedoeld dat de Wwft-plichtige instellingen de eerste ‘linie’ zijn in de strijd tegen witwassen en financieren van terrorisme. Het idee achter de verantwoordelijkheid gedeeltelijk bij deze instellingen leggen, is dat de overheid ver van situaties afstaat waarin wordt witgewassen. Witwassen van crimineelgeld gebeurt meestal in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij de contante aanschaf van een duur horloge. Hier kan de overheid onmogelijk zelf toezicht op houden.
Als we het voorbeeld nemen van de contante aanschaf van een duur horloge dan is de juwelier de poortwachter die op basis van de meldplicht van de Wwft een melding maakt aan autoriteiten. Door deze melding heeft de overheid wel zicht op dergelijke situaties.
Naast de meldplicht zijn ook cliëntenonderzoeken zijn van belang omdat er dan verborgen risico’s naar boven kunnen komen die in de eerste instantie niet zichtbaar waren, bijvoorbeeld dat een cliënt een (fiscaal)inwoner is van een hoogrisico-land. De Wwft gaat dus uit van een risicogeoriënteerde aanpak. De poortwachters inventariseren het risico en schakelen zo nodig de autoriteiten in.
De overheid is dus afhankelijk van de poortwachters om gedegen onderzoek te doen en wanneer dat nodig is een melding te maken aan de autoriteiten. Als poortwachters dit niet doen ontstaan er een problemen in de opsporing van witwassen. Daarom worden de poortwachters óók periodiek gecontroleerd door autoriteiten. Het toezicht gebeurt versnipperd; het ministerie van Financiën en de minister van Veiligheid en Justitie zijn verantwoordelijk voor dit toezicht maar er zijn verschillende autoriteiten aangewezen als toezichthouder. Zo zijn bijvoorbeeld De Nederlandse Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM), het Bureau Financieel Toezicht (BFT) belast met toezicht. Voor de volledige lijst klik hier.
Veel poortwachters zijn zich bewust van hun verplichtingen, maar niet van de consequenties als zij de verplichtingen niet nakomen. Er is vaak nog geen controle uitgevoerd of ze kennen alleen de voorbeelden van de ING en ABN AMRO. Controles vinden in de praktijk wel degelijk (en steeds vaker) plaats. Van grotere kantoren krijgen wij voorbeelden dat een controlerende autoriteit opbelt om te melden dat zij over een week de cliëntendossiers komen controleren, maar ook middelgrote en kleinere kantoren worden gecontroleerd. Hieronder staan twee recente rechtszaken kort uitgewerkt:
Voorbeeld 1: onoplettende notaris
Bron 1
Branche: Notaris
Rechtsgebied: privaatrecht/tuchtrecht
Overtreding: bij drie dossiers die risico-indicatoren bevatte volgen het Bureau Financieel Toezicht (BFT) was er niet voldaan aan; de onderzoeksplicht, de weigeringsplicht, het uitvoeren van een (verscherpt) cliëntenonderzoek en de meldplicht.
Uitspraak: veroordeling van proceskostenvergoeding van €3500 in de eerste aanleg. In hoger beroep bleef deze veroordeling tot stand en kreeg de notaris een maatregel van berisping, een geldboete van €3000 en het hof veroordeelde notaris tot betaling van € 3.000 aan kosten van behandeling van de klacht in hoger beroep.
Voorbeeld 2: strafblad voor belastingadviseur
Bron 2
Branche: Belastingadviseur
Rechtsgebied: strafrecht
Overtreding: het drie keer opzettelijk niet melden van een transactie van €15.000 of hoger (in totaal €85.462,52) en het drie keer opzettelijk overtreden van de verplichting tot het uitvoeren van een cliëntenonderzoek.
Uitspraak: de rechter acht het bewezen dat de verdachte meerdere malen opzettelijk de meldingsplicht en verplichting tot het uitvoeren van een cliëntenonderzoek heeft verzaakt terwijl hij middellijk bestuurder was van bedrijf [x]. Hij is hiervoor persoonlijk aansprakelijk en veroordeeld tot een boete van €7000 of 70 dagen vervangend hechtenis.
Wat opvalt aan beide zaken zijn de overtredingen. In beide zaken worden de meldplicht en de verplichting tot het uitvoeren van een (verscherpt) cliëntenonderzoek volgens de Wwft geschonden, met flinke reputatieschade tot gevolg.
Ook noemenswaardig zijn de verschillende rechtsgebieden. Niet alleen het toezicht op de naleving van de Wwft is versnipperd, maar ook de wijze van handhaving. Deze wet wordt namelijk zowel tuchtrechtelijk, bestuursrechtelijk als strafrechtelijk gehandhaafd. Strafrechtelijke handhaving geldt daarbij als laatste redmiddel, dat wil zeggen dat dit alleen ingezet wordt als er geen enkel ander middel geschikt is. Dit betekent dat de inzet van het strafrecht beperkt blijft tot die gevallen waarin de meldplicht opzettelijk en bij herhaling niet wordt nageleefd, of waarbij de meldplicht wordt overtreden om geldelijk gewin mee te behalen. Een opzettelijke overtreding van de meldplicht geldt als misdrijf en kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, taakstraf of een geldboete van de vierde categorie. Omdat het een misdrijf is levert dit ook een strafblad op. De tweede zaak laat zien dat iemand als natuurlijk persoon strafrechtelijk werd veroordeeld voor het schenden van de Wwft.
De maatregel van berisping die de notaris kreeg opgelegd geldt ook als een zware maatregelen en heeft onder andere ernstige reputatieschade tot gevolg. Naast de reputatieschade mocht de notaris in kwestie ook in totaal €9.500 afrekenen
Uit deze zaken blijkt dat zelfs het drie keer – al dan niet opzettelijk – over het hoofd zien van verdachte dossiers of transacties genoeg kan zijn voor vergaande sancties. De autoriteiten hebben het anti-witwassen een steeds grotere prioriteit gemaakt en de frequentie van de controles opgevoerd. Net als in veel gevallen is voorkomen beter dan genezen. Door al uw cliënten systematisch te controleren door cliëntenonderzoeken uit te voeren, hen op een monitorlijst te plaatsen en te voldoen aan uw meldplicht voorkomt u dergelijke rechtszaken en reputatieschade. Bij periodieke controles hoeft u zich dan ook geen zorgen te maken.
Om deze verplichtingen te versnellen en te automatiseren heeft SCOPE FinTech Solutions de CDD On Demand oplossing ontwikkeld. CDD On Demand werkt als een webapplicatie, als API of middels maatwerk voor grote gebruikers. Op basis van voor- en achternaam en geboortedatum of KvKnummer bij een zakelijke cliënt, wordt uw cliënt op elf verschillende punten gecontroleerd die een verhoogd risico met zich meebrengen. Als uw cliënt op alle punten gecontroleerd is krijgt u een gewaarmerkt PDF-rapport waaruit blijkt dat u heeft voldaan aan uw verplichting. Mocht er een verhoogd risico zijn, dan bent u verplicht om nog extra stappen te ondernemen en mogelijk een melding te maken bij autoriteiten. U kunt tien gratis credits aanvragen om zelf het gemak te ervaren van CDD On Demand of u kunt meer lezen over de uitgebreide functionaliteiten.
Bron 1: Gerechtshof Amsterdam 26 juni 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1550
Bron 2: Rechtbank Amsterdam 6 juni 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:5975