CDD On Demand

shutterstock_267766277

Wwft voor makelaars

Sinds de komst van de Wet ter voorkoming witwassen en financiering terrorisme (Wwft) zijn ook makelaars verplicht om een Customer Due Diligence beleid te hebben. Dit houdt onder meer in dat makelaars verplicht zijn om een cliëntenonderzoek uit te voeren waarbij vastgesteld wordt met wie ze zakendoen, en welke risico’s aan een transactie verbonden zijn.

Wet ter voorkoming Witwassen en Financiering Terrorisme (Wwft)

De Wwft is opgesteld ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De Wwft is sinds 1 Augustus 2008 van kracht in Nederland, en is voor het laatst op 10 januari 2020 aangepast naar de vijfde Europese anti-witwas richtlijn. Onder het Wwft worden ook transacties betreffend ontroerend goed meegenomen, wat extra plichten met zich meeneemt voor makelaars, taxateurs en bemiddelaars bij transacties betreffende vastgoed.

Wat betekent de Wwft voor makelaars?

De belangrijkste elementen van de Wwft zijn het cliëntenonderzoek, de meldingsplicht en de bewaarplicht. Samengevat betekent dit dat een makelaar de partijen waartussen bemiddeld wordt moet onderzoeken om vast te stellen wie deze zijn. Daarnaast is de makelaar verplicht om te onderzoeken of er sprake is van een risico op witwaspraktijken of de financiering van terroristische instanties.

Dit onderzoek naar de cliënten wordt ook wel het cliëntenonderzoek of de Customer Due Diligence (CDD) genoemd.

Daarnaast is elke makelaar door de Wwft verplicht om hier een geschreven standaard beleid voor te hebben. Deze dient te voldoen aan de gegeven leidraad van de Rijksoverheid betreffende Wwft voor makelaars.

Cliëntenonderzoek en Customer Due Diligence (CDD)

De eerste stap bij een cliëntenonderzoek is het vaststellen en het verifiëren van de identiteit van de client en de tegenpartij in een transactie. Dit betekent dat de makelaar moet nalopen of de gegeven documenten authentiek zijn, of deze kloppen met de betrokken partijen, en of er niet externe belanghebbende partijen bij de transactie betrokken zijn.

Bij transacties met een bedrijf of instantie moet de makelaar identificeren wie de Ultimate Beneficial Owner (UBO) is en hier het cliëntenonderzoek op toepassen. De verstrekte identificatiegegevens en documenten dienen vast te worden gelegd in een klantenbestand conform met de betrokken bewaarplicht van het Wwft.

Naast het onderzoek naar de identiteit van de betrokken partijen stelt het Wwft de makelaar ook verplicht om een onderzoek uit te voeren naar het risicoprofiel van deze partijen. Het risicoprofiel is een indicatie van het risico op witwaspraktijken of financiering van terrorisme wat cliënten met zich mee brengen. Voorbeelden van situaties die volgens de Wwft een onacceptabel risico met zich mee brengen zijn cliënten die valse identiteiten gebruiken, onverklaarbaar vermogen bezitten, of handelen namens ondoorzichtige buitenlandse instanties. Voor het bepalen van een risicoprofiel raadt de Rijksoverheid aan om de risicomatrix Wwft ter behoeve van makelaars van de belastingdienst te gebruiken.

Meldplicht

Als het cliëntenonderzoek van de makelaar uitwijst op een verhoogd of onacceptabel risico op witwaspraktijken is de makelaar verplicht om hier een melding van te maken bij het FIU (Financial Intelligence Unit) van de Rijksoverheid. De meldplicht geldt ook als het cliëntenonderzoek niet de gewenste resultaten oplevert, of een transactie als ongebruikelijk kan worden gezien. Het FIU besluit dan verder of de ongebruikelijke situatie ook daadwerkelijk verdacht is, en handelt verder of vraagt de melder om meer informatie.

Bij het doen van een melding is de makelaar ook verplicht om zich aan een aangescherpte bewaarplicht te houden.

Bewaarplicht

De bewaarplicht verplicht de makelaar om alle gegevens betreffende het cliëntenonderzoek minstens 5 jaar te bewaren, en toegankelijk te maken voor eventueel verder onderzoek. Na het maken van een melding bij het FIU geldt deze plicht ook, met een verscherpte vereiste voor de opslag van gegevens. In dit geval moeten ook alle gegevens die nodig zijn om de transactie te reconstrueren, een afschrift van de melding, en een ontvangstbevestiging van het FIU worden bewaard.

Verscherpt cliëntenonderzoek

Naar aanleiding van de geïdentificeerde partijen kan er reden zijn tot een verscherpt cliëntenonderzoek. Voorbeelden van redenen om het onderzoek aan te scherpen zijn: de betrekking van partijen uit risicolanden of politiek prominente personen, transacties door middel van cryptocurrencies, of als één van de partijen negatief bekend staat bij een financiële regulerende instantie.

De richtlijnen voor het in stand zetten van een verscherpt onderzoek zijn te vinden in sectie 5.3 van de leidraad betreffende Wwft voor makelaars.