CDD On Demand

shutterstock_387228880

Wwft voor notarissen

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is door de overheid ingesteld als middel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering. Notarissen zijn belangrijke spelers in deze strijd, vandaar dat hun werkzaamheden onder de mantel van het Wwft vallen.

Wet ter voorkoming Witwassen en Financiering Terrorisme (Wwft)

De Wwft is opgesteld ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. De Wwft is sinds 1 Augustus 2008 van kracht in Nederland, en is voor het laatst op 25 Juli 2018 aangepast naar de vierde Europese anti-witwas richtlijn. Onder het Wwft vallen vrijwel alle partijen die betrokken zijn met, of bemiddelen bij transacties van financiële of ontroerende goederen. Voor notarissen vallen alle werkzaamheden onder het Wwft, zo ook het ondersteunen bij de oprichting van een vennootschap.

Wat betekent het Wwft voor de notaris?

De Wwft verplicht de notaris tot het doen van een clientenonderzoek, en tot een meldings- en bewaarplicht. Bij het clientenonderzoek dient de notaris onder andere te identificeren wie de uiteindelijke belanghebbende (UBO) is bij elk van zijn of haar cliënten. Op basis van het clientenonderzoek dient er een inschatting van het risico op witwassen of de financiering of terrorisme gemaakt te worden. Als uit dit onderzoek blijkt dat er geen laag risico is, of als er sprake is van een ongebruikelijke transactie, is de notaris onder de meldplicht vereist om een melding te maken bij het FIU-NL (Financial Intelligence Unit Nederland).

Onder de bewaarplicht volstaat dat de notaris het clientenonderzoek dusdanig moet documenteren om aan te tonen dat er aan alle eisen voldaan is. Ook verplicht dit dat een notariskantoor een geschreven risicobeleid heeft. Hierbij is het bijvoorbeeld belangrijk dat medewerkers voldoende zijn toegerust om ongebruikelijke of opmerkelijke situaties te herkennen, en weten zij welke acties ze hierbij moeten ondernemen.

Het cliëntenonderzoek

Simpelweg houdt het cliëntenonderzoek in dat de notaris onderzoek doet naar de client als deze hiermee een verbond aangaat of een dienst verleend. Er worden drie soorten onderzoek erkend door het Wwft: het reguliere, verscherpte en vereenvoudigde cliëntenonderzoek. Bij een regulier onderzoek dient een notariskantoor de volgende zaken te inzichtelijk te maken en te controleren:

  • De cliënt moet geïdentificeerd worden;
  • De identiteit moet geverifieerd worden;
  • De UBO moet worden geïdentificeerd en ook zijn identiteit moet worden geverifieerd;
  • Het doel en beoogde aard van de zakelijke transactie moet worden vastgesteld;
  • De zakelijke relatie en zijn transacties worden gemonitord, en eventueel worden de bronnen van de middelen onderzocht die worden gebruikt bij de relatie of transactie;
  • De natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt moet worden geïdentificeerd en zijn identiteit wordt geverifieerd. Natuurlijk moet ook worden vastgesteld of deze natuurlijke persoon bevoegd is om de cliënt te vertegenwoordigen.

Afhankelijk van de bevindingen van dit onderzoek kan er nood zijn om over te stappen op een verscherpt of vereenvoudigd onderzoek. Dit is altijd afhankelijk van de aard van de client, de transactie, of de geïdentificeerde partijen. Wanneer een zakelijke relatie of transactie een hoger risico met zich meebrengt, dient een verscherpt onderzoek te worden uitgevoerd. In artikel 1 a van de Specifieke leidraad worden voorbeeldsituaties gegeven waarin dit het geval is. Zo kan dit voorkomen wanneer een UBO gezeteld is in een land wat door de Europese Unie is geïdentificeerd als risicogebied, of wanneer de cliënt of zijn UBO een politiek prominent persoon (PEP) is.

Het UBO-onderzoek

UBO staat voor ultimate beneficial owner (uiteindelijk belanghebbende) achter een partij. Simpel uitgedrukt is dit de persoon die uiteindelijk het meeste belang bij een transactie of vennootschap heeft, en gaat dit altijd om een natuurlijk persoon. Ieder rechtspersoon moet ten minste één UBO hebben.

Er zijn geen vaste regels voor de identificatie van de UBO, enkel een aantal indicatieve richtlijnen. Het onderzoeken van de UBO betekend in praktijk dat de eigen- en zeggenschapsstructuren van cliënten en vennootschappen achterhaald dienen te worden om zo een beste schatting van de belanghebbende te maken.

Politiek prominente personen (PEP’s)

Politiek prominente personen (Politically Exposed Persons – PEP’s) zijn personen met hoge bestuurlijke (beleidsbepalende) functies, die extra vatbaar zijn voor chantage en omkoping.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen landelijke en plaatselijke PEP’s, hierbij is er bij plaatselijke PEP’s (zoals een burgermeester) geen verplichting tot een verscherpt onderzoek, maar dit wordt wel aangeraden.